Opgave 1 | Vitale leefomgeving

Werken aan een veerkrachtige, aantrekkelijke en gezonde leefomgeving met sterke steden en een vitaal platteland

Kern van de opgave

De kracht van onze regio zit in de aantrekkelijke afwisseling van groen landelijk gebied met karakteristieke plattelandskernen en steden met een menselijke maat. Stad en platteland hebben elkaar nodig. Bijvoorbeeld bij de opgave om sterke steden te ontwikkelen met adequate voorzieningen, een vitaal platteland en een prettige en gezonde leefomgeving voor alle inwoners. Zo kunnen de steden niet zonder het landelijke gebied om te kunnen voorzien in nieuwe duurzame energiewinning, en is het landelijk gebied afhankelijk van goede en goed bereikbare voorzieningen in de steden.

De transitie van de landbouw, het voorzien in locaties voor duurzame energie en het klimaatrobuust maken zal de komende jaren de agenda aanzienlijk bepalen. Dat gebeurt bij voorkeur met meekoppelkansen en vanuit integrale oplossingen. Zo veronderstelt de terugloop van het aantal landbouwbedrijven en de transitie naar een circulaire landbouw dat er meer ruimte in het landelijk gebied ontstaat. Ruimte die bijvoorbeeld benut kan worden voor:

  • Nieuwe economische dragers in voormalige agrarische bedrijven

  • Het stimuleren en faciliteren van Agritoerisme.

  • Nieuwe initiatieven voor duurzame energieopwekking

  • Landschapsvernieuwing door het tegengaan van verdroging

  • Het klimaatrobuust maken van onze beekdalen

  • Herstel van het Brabantse landschap door toevoeging van groen, verbetering van de bodem- en waterkwaliteit en versterking van biodiversiteit.

Als het gaat om aanpassing van onze leefomgeving aan het veranderde klimaat, zijn we in het landelijk gebied overigens al ver gevorderd. Wel is het zo dat daar waar meer ruimte ontstaat, ook meer concurrentie ontstaat om diezelfde ruimte. Dat vraagt om integrale en gebiedsgerichte afwegingen.

Een vitaal platteland en een aantrekkelijke regio zijn beide gediend bij de juiste voorzieningen en sterke steden ‘om de hoek’ die in een deel van die voorzieningen kunnen voorzien. Het gaat daarbij om voorzieningen die soms ook onder druk staan als gevolg van schaalvergroting en digitalisering. Dat betekent ook samenwerken en de juiste keuzes maken om die voorzieningen te behouden en bereikbaar te houden.

Belangrijk is dat we werken aan een gezonde regio die een oplossing biedt voor maatschappelijke opgaven en weet in te spelen op ontwikkelingen. In de opgaves die wij ons stellen, laten we de gezondheid van de bewoners zwaar meewegen. Daarom werken we bijvoorbeeld aan het terugdringen van de uitstoot in de veehouderij, de aanleg van fietssnelpaden en nieuwe natuur. Deze opgaven overstijgen niet alleen de gemeentegrenzen; sommige zijn ook een verplichte regionale opgave, zoals de energieopgave. Ze zijn beslist geen luxe, maar vormen eerder urgente opgaven die om snel en gezamenlijk handelen vragen in het werken aan een veerkrachtige, aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Bovendien vraagt dit van ons nog meer aandacht voor integrale afweging van (nieuwe) functies in het landelijke gebied. Waarbij er kansen liggen in de samenhang van functies (zoals landbouw in combinatie met klimaatadaptatie, mitigatie en het verhogen van de biodiversiteit).

Strategisch doel 2030

Ons strategisch doel is een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving met sterke steden en een vitaal platteland, waarbij we nog nadrukkelijker de samenwerking opzoeken tussen stad en platteland. De kern van die samenwerking is elkaar opzoeken en gebruikmaken van elkaars kracht.

Het platteland biedt daarbij een gezonde omgeving, met name als bron voor duurzame energiewinning, groen, water, biodiversiteit, ontspanning, vrijetijdsbesteding, nieuwe economische dragers en een duurzaam en gezond voedselproductiesysteem. De steden zijn daarbij krachtige economische motoren, ofwel centra van innovatie en verduurzaming, met de nodige belangrijke voorzieningen.

Dit alles sluit aan bij de VN-doelen ‘Herstel ecosystemen en behoud biodiversiteit’ (nr. 15), ‘Duurzame energie’ (nr. 7), ‘Klimaatverandering aanpakken’ (nr. 13) en 'Duurzame steden en gemeenschappen' (nr. 11).

Haakjes voor de uitvoering

  • We wegen de ruimteclaims die voortkomen uit belangrijke transities (zoals die van energie, klimaat, landbouw, mobiliteit en wonen) integraal af in plaats van elk afzonderlijk te behandelen.

  • We werken het Klimaatakkoord regionaal uit en delen samen ruimte toe voor duurzame energiewinning.

  • We leiden de transitie van de landbouw en de sanering van de intensieve veehouderij in het bijzonder, in goede banen en creëren nieuw perspectief voor agrarische bedrijven die blijven.

  • We besteden aandacht aan de ingrijpende maatschappelijke en fysieke gevolgen van deze sanering en transitie voor onze regio en lokale gemeenschappen.

  • We zorgen voor regionale uitwerking van vigerende nationale Deltaplannen (Ruimtelijke adaptatie, Zoetwatervoorziening, Hoge Zandgronden en Hoogwaterbeschermingsprogramma).

  • We organiseren het herstel van de biodiversiteit in het Brabantse landschap.

  • We leggen het jaar 2027 vast als deadline voor het bereiken van de Europese kaderrichtlijn water, en voor de realisatie van het provinciale Natuurnetwerk Brabant en de Ecologische VerbindingsZones (EVZ).

  • We houden de visie op kringlooplandbouw van het ministerie van LNV en de uitvoering daarvan (de Realisatienota) als uitgangspunten aan en volgen deze.

  • We houden nieuwe nationale, provinciale en lokale omgevingsvisies als uitgangspunten aan.

Eerste stappen

  • We stellen een Regionale EnergieStrategie (RES) op en voeren deze uit.

  • We werken de Regioaanpak Klimaatadaptatie Noordoost-Brabant uit en voeren deze uit, met bijzondere aandacht voor:

    • Het vergroenen en verblauwen van stedelijke gebieden en bedrijventerreinen

    • De gevolgen van hittestress en een warmer klimaat voor de volksgezondheid

    • Het vasthouden van water in beekdallandschappen (de waterbergingsgebieden langs de Aa, de Dommel en de Raam), natuurgebieden en de agrarische productiegebieden.

    • Het faciliteren van inwoners, ondernemers/agrariërs, grondeigenaren en semipublieke instellingen om zelf aan de slag gaan met klimaatadaptatie.

  • We onderzoeken de kansen van ‘Agritoerisme’ als onderdeel van de brede innovatie- en transitieopgave in de landbouw.

  • We ontwikkelen een regionale strategie voor de realisatie van de restopgave van het NatuurNetwerk Brabant en de Ecologische Verbindingszones, met als doel de vorming van één aaneengesloten natuurnetwerk en toename van biodiversiteit.

  • In afstemming met bedrijfsleven en onderwijs leggen we het accent vooral op het bieden van nieuwe perspectieven (innovatieopgaven) voor de gehele agrofoodsector (kringlooplandbouw). Dot doen we vanuit de stichting AgriFood Capital en de organisaties OndernemersLift+ en Noordoost Brabant Werkt!, als onderdeel van de transitie van de landbouw, waarin gemeenten en regio een belangrijke rol hebben in de sanering van bedrijven in kwetsbare gebieden.

  • Als onderdeel van de transitie van de landbouw schetsen we niet alleen een nieuw perspectief voor de ‘blijvers’, maar werken we ook aan de ingrijpende maatschappelijke en fysieke gevolgen van die transitie voor de regio en lokale gemeenschappen.

  • Als onderdeel van de transitie van de landbouw vinden we gedragen locaties voor mestbewerking, organiseren we een betere ondersteuning in de saneringsopgave en organiseren we een betere samenwerking met GGD en ODBN op het terrein van respectievelijk gezondheid en vergunningverlening.

  • Met de energie-, klimaat- en landbouwtransitie in het achterhoofd voeren we samen met de provincie Noord-Brabant een verkenning uit naar een ‘grondbank’, om versneld de juiste locaties te kunnen bieden voor die transities en om koppelkansen te bevorderen.

  • We zorgen ervoor dat de integrale ruimtekoers voor Noordoost-Brabant in het verlengde ligt van de nationale, provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies. Met andere woorden: we actualiseren onze Omgevingskoers tot een (Regionale) Omgevingsagenda met een uitvoeringsagenda.

  • We ontwikkelen nieuwe verstedelijking gebundeld aan en bij het OV, om stad en land leefbaar en vitaal te houden (ten behoeve van draagvlak voor belangrijke regionale voorzieningen en datzelfde OV, zie ook opgave 2).

  • We zoeken nadrukkelijker de afstemming en samenwerking op het gebied van (regionale) voorzieningen, bedrijventerreinen, woningbouw en investeringen in publieke voorzieningen.

  • We pakken drie bijzondere gebiedsopgaven in de regio aan met elk een eigen hoofdopgave én een noodzaak tot integrale afweging: De Peel (kringlooplandbouw), ’s-Hertogenbosch-Oss (energielandschap en stedelijke opgaven) en Meierijstad (industriële hotspot en de daarbij behorende opgaven).

  • We participeren in het uitwerken van de Nationale en Brabantse Omgevingsvisie naar één Omgevingsagenda Zuid-Nederland.

De manier waarop we als regio het verschil maken

Door als gemeenten en waterschappen samen op te trekken bij belangrijke transitie- en verdelingsvraagstukken zijn we een betrouwbare gesprekspartner voor andere regio’s, de provincie, het Rijk en Europa. We agenderen bovenlokale ruimtelijke verdelingsvraagstukken en proberen daarin gezamenlijk koers te bepalen en keuzes te maken. Niet op de laatste plaats omdat sommige vraagstukken niet bij de gemeentegrens ophouden en samen oppakken ook goedkoper en effectiever is. Lastige vraagstukken gaan we daarbij niet uit de weg. We maken zelf keuzes in plaats van dat ze voor ons worden gemaakt!